donderdag 14 mei 2009

Ammaniti


Robert heeft steeds verrassende schrijvers als tip van de maand. Nu is dit volgens mij geen tip geweest, maar heeft hij Ammaniti op zijn blog genoemd. Dus ik heb 3 titels (ook tegelijk alles wat H'veen bezit) meteen maar geleend. En inmiddels 2 gelezen. Inderdaad: heel erg boeiend, spannend, geweldig goed verteld en ze lezen als een trein. De beschrijvingen zijn niet altijd even subtiel maar zeer expliciet. Dat is af en toe best wel schokkend. En Jij bent mijn schat heeft de nodige grumor en is in feite een absurd verhaal. Maar het zijn beslist aanraders voor onze klanten. Ik lever morgen weer 1 in.

dinsdag 5 mei 2009

aaien en pykjes




Mocht je denken dat het eenvoudig is om middels een broedmachine eieren uit te broeden en vervolgens in een warmhoudbak de pykjes op te fokken, dan heb je het mis. De temperatuur in de broedmachine moet gedurende de 21 broeddagen schommelen tussen 37.6 C en 38.1 C. Aangezien de thermostaat in de broedkast niet goed werkte, moest er een aparte thermostaat in en was het de eerste dagen continu aan de knop zitten om die temperatuur constant te houden. Uiteindelijk is dat gelukt. Overigens: als de temperatuur te hoog is geweest in de broedperiode, ondervinden de pykjes daar nadelige gevolgen van: ze komen met kromgegroeide pootjes en aangetaste snaveltjes op de wereld. Echt waar. De laatste dagen van de broedperiode moet de luchtvochtigheid aangepast worden, dus water in de gootjes doen. Waarom? Bij het uitkomen van de eieren moet het vlies niet hard worden, anders is het nog moeilijker voor de pykjes om eruit te komen, dus voldoende luchtvochtigheid nodig. Als de eieren dan uitkomen, moet je de natuur zijn gang laten gaan. Dus niet ingrijpen en helpen de schaal te breken: het pykje moet het zelf doen met het uiterst scherpe puntje van het snaveltje. Keihard werken voor zo’n klein kipje en als het dan eenmaal uit het ei is, uitgeput en verfrommeld, kun je je niet voorstellen dat het ooit in dat kleine ei zat. Echt helemaal opgevouwen. Het is een geweldige prestatie om compleet in elkaar geperst de kracht te vinden om een gaatje in de schaal te pikken en dat steeds groter te maken en dan “eruit te barsten”. Enfin, als het gelukt is, en er is geen moederkip die met natuurlijke warmte de pykjes in leven houdt, moeten de beestjes in een warmhoudbak. Naast de broedmachine hadden wij ook een warmhoudkastje geleend. Maar ook deze bezat geen thermostaat en de twee rode lampen die erin horen, waren kapot. Dus gewone 60 Voltslampen erin gedaan. Wat een lastig geregel: de eerste dagen moet de temperatuur ca 37 C zijn en dan elke volgende dag een graad lager. “Ofhurdzje” (afharden) noemen we dat in het Fries. Daarnaast moet er ook nog wat frisse lucht binnen kunnen komen. Je snapt het al: niet te doen, de temperatuurschommelingen waren veel te groot: van 32 C (veel te koud) tot 38 C (te warm). Gister was het te warm, alle pykjes zaten met de snaveltjes open amechtig te hijgen. Nu zit tussen de ene lamp een schakelaar die af en toe een half uur uitgaat, zodat de temperatuur niet te hoog oploopt of te laag zakt. Het is dus al met al een zeer tijdrovende bezigheid, maar het is fascinerend om het hele proces te zien. En denk niet dat een ei in een ommezien uitkomt, hier gaan uren en uren overheen! Als je eenmaal zover bent gekomen, wil je het ook tot een goed einde brengen. En ingrijpen: ik kon het niet laten, en ik heb er een aantal geholpen om uit het ei te komen. En daarvan zijn er al 2 dood gegaan, 1 doet het nog wel goed en zit inmiddels bij zijn/haar broertjes en zusjes. Zo zie je maar: als het via de natuurlijke weg kan, is dat veruit het beste: je hebt een broedse kip, die zet je op bevruchte eieren en je hebt er geen omkijken naar. Temperatuur altijd goed, luchtvochtigheid ook en ze blijven warm onder moederkip die de vlerken wijd uit heeft gespreid. We hadden een broedmachine met daarin 17 eieren. We hadden ook een halfslachtig-broedse-kip, die na een week 7 krielkipeieren uit de broedmachine onder zich kreeg maar het dus uiteindelijk toch niet tot op het eind kon volbrengen: niet broeds genoeg, en veel te vaak van het nest af.


En waar haal ik al deze wijsheid vandaan? Ik ben geen haar beter dan onze gebruikers: alles van internet, er zijn talloze kippensites en je kunt alles gewaarworden wat je wilt weten. Ik zit letterlijk bovenop een prachtige collectie en ik heb geen enkel boek ingekeken....

Op de foto’s (als je goed kijkt zie je de temperatuur) zitten er 9 pykjes in de warmhoudkast, inmiddels zijn het er 10: 5 van een normale kip en 5 krielpykjes. Er is er eentje bij met kromgetrokken teentjes……De rest heeft het of niet gehaald of is in het ei gestorven. Zo gaat het in de (ditmaal kunstmatige) natuur.
Ik at graag een ei, maar voorlopig maar even niet.

zondag 3 mei 2009

de finish: 23!





Het laatste ding! Hoera, de vlag kan uit.



Terugblikkend:
- het kostte al met al toch wel meer tijd dan ik had gedacht. Als je dit serieus wilt aanpakken, de artikelen wilt lezen, de dingen allemaal uitproberen (soms tot 10 keer toe en dan pas succes!) dan ben je er niet met een uur per ding. Overigens helemaal niet erg: ik heb er erg veel van geleerd. Maar nu met het mooie weer zijn er ook zoveel andere dingen te doen, de laatste weken kon ik me er dan ook niet toe zetten.
- de meeste termen kende ik wel, o.a. vanuit de media en de vakliteratuur of maakte ik gebruik van (b.v. You Tube), maar door het echt te (moeten) doen maak je het je eigen en weet je waar het over gaat. Dat vind ik de grote winst van deze training. Ik zit dan wel niet aan de infobalie, maar voor wie dat wel doet: er is nu mee te praten met gebruikers, of zelfs gebruikers op een bepaald spoor te zetten. Je blikveld en mogelijkheden zijn verruimd.
- ik had niet gedacht dat bloggen zo leuk was. Je eigen bijhouden, maar ook het lezen van de blogs van de collega's en het reageren daarop. Maar ook dit houd je van de straat, want het kost veel tijd!
- het geeft een band als je zo samen als collega's bezig bent, de saamhorigheid wordt versterkt, je leert elkaar beter kennen en ziet zelfs onvermoede kanten van elkaar; wat ook erg leuk was om zo op het werk/onder de koffie dingen uit te wisselen en te bespreken. Het is me erg goed bevallen
- voor mij was Last fm een ontdekking: dat je radio kunt beluisteren volgens jouw voorkeurmuziek. Rein heeft wel gelijk dat je de preview soms maar 30 sec kunt horen, maar op basis daarvan stel je je muziek vervolgens samen, en kun je onder het werken op de pc jouw voorkeursmuziek beluisteren en cancelen wat je niet mooi vindt
- wiki's en googledocs bieden ons als cluster veel mogelijkheden
- netvibes, rss en delicious idem m.n. ook voor gebruikers
- diverse dingen heb ik zelf minder mee, m.n. bepaalde netwerken zoals Hyves, Twitter etc. Maar toch (heb ik ook in mijn blog gezet) zullen we als bibliotheek moeten kijken hoe we hier aanwezig kunnen zijn en wat iets toevoegt. Maar bovenal: wat verwacht men van de bibliotheek, kunnen wij meerwaarde bieden? Het zou wel een kans zijn, m.n. onder de jongeren zou de bibliotheek dan een kanaal hebben (alhoewel, je zult eerst wel een netwerk moeten opbouwen). Hoe dan ook: het moet kwaliteit hebben en bieden. Het artikel over Twitter in Bibl.blad 8 geeft diverse mogelijkheden.
- lastig was het af en toe met al die inlogcodes en wachtwoorden. Pas na een poos ben ik dezelfde codes en ww-en gaan gebruiken, had ik vanaf begin moeten doen. Je verslaat er soms in
- 23dingen was voor mij: een interessante, intensieve en langdurige training met veel eye-openers, en diverse (soms onverwachte) mogelijkheden voor de bibliotheek van de toekomst, waarmee we snel moeten beginnen.


Hoe nu verder?
Niet laten wegzakken, maar de koe bij de horens vatten.



Wat kunnen we nu zelf al doen en opstarten.
Welke collega's hebben ergens affiniteit mee en kunnen dingen oppakken, en bij voorkeur wisselende mensen, zodat het breed wordt gedragen.
Zien wat we als provincie gezamenlijk richting onze gebruikers kunnen aanpakken (en hierbij zorgen voor voortgang en geen lange projectplanningen en stroperigheid)

Maar bij alles: niet als blinde paarden ergens op in vliegen, wel een doordachte afweging maken en vooral gebruikers erbij betrekken!




Ik wil jullie allemaal als medezwoegers bedanken voor alle ondersteuning waar dat nodig was en alle respons op de dingen en verhaaltjes. Mei dêrtroch ha'k it mei nocht dien en wie it my in genoegen!

stok achter de deur; ding 22


Er staat een flinke stok achter de deur: 7 mei is de deadline. Dus dit weekend moeten de laatste 2 dingen gebeuren. Gisteravond al de artikelen gelezen en een account gemaakt op bibliotheek20.ning.com. Om 22.00 uur waren Djûke (die ook met de laatste loodjes bezig is) en ik nog aan het chatten. En nu regent het, we hebben nog net anderhalf uur gefietst, er kan nu geen enkel beletsel meer zijn om dit nu mei faasje af te ronden!
Nou ja, het enige is dat de eieren waar een kip opzit nu aan het uitkomen zijn, en we hebben ook 9 eieren in de broedmachine en die staan ook op uitkomen. Dus ik ben voortdurend aan het kijken hoever de bevallingen (hoe moet je het noemen eigenlijk) verlopen, al 1 kuikentje-in-de-dop gered: de kip begon in het ei om te pikken en door het hok te gooien. Dat leek mij nu niet de juiste manier om je a.s. kind te behandelen. Dus dit ei vlug in de broedmachine en het kuikentje is er inmiddels met veel moeite uit gekropen. Het is allemaal een wonder op zich. Wisten jullie dat een kuikentje een heel scherp puntje (hard en scherp als diamant) op het snaveltje heeft en zo de schaal weet te doorboren? Hoe is het mogelijk. (Dit is niet een foto van onze eieren + kuikentje hoor, maar wel heel snoeperig)


In mijn jeugd had ik vroeger een eigen schaap, als lammetje door mij met de fles groot gebracht. Elk voorjaar hielp ik haar (en ook andere schapen wel) met de geboorte van de lammetjes. De natuur is prachtig.


Bibliothecaris 2.0-manifest
Kees Hamann heeft het manifest op onderdelen aangepast en aangescherpt en ik kan het wel onderschrijven. Wel denk ik dat we nog vele barrieres en belemmeringen zullen moeten overwinnen, ook in ons eigen denken. Punt 5, oude vormen van dienstverlening opheffen, ook al zijn er nog kleine gebruikersgroepen die aandringen op continueren. Zo'n keuze zal ons niet gemakkelijk vallen.
Punt 13: open websites om kennis te delen en de bibliotheek niet als instituut te profileren. Dat is ook nogal wat: durven we dat volledig en zonder voorbehoud aan: co-creation, waarbij we minder/geen invloed hebben op de kwaliteit? En ons niet meer als bibliotheek profileren?!
Punt 9 van Laura Cohen: niet wachten tot iets perfect is, later verbeteren op basis van gebruikersreacties. Hier moet je voorzichtig mee zijn. Iets hoeft niet perfect te zijn, maar MOET WEL WERKEN, anders is je gebruiker teleurgesteld en komt niet meer terug (voorbeeld: site Ontdek de bieb, alle zaken rond Mijn menu die niet werkten, dat is funest geweest)

Ned. samenvatting artikel van Michael Stephens.
De basis voor ons beleidsplan is de gebruiker: focus op de klant, en ook klant betrekken dmv enquetes en klantenpanels. Precies wat het artikel zegt.
In ons beleidsplan moet nadrukkelijk (meer) aandacht zijn voor het digitale en alle mogelijke 2.0-tools. Implementatie pas als deze getoetst is (zie ook hierboven)
We moeten (online) aanwezig zijn waar onze gebruikers ook zijn. Het is goed dat we snel handelen, geen stroperigheid accepteren (wat als je iets gezamenlijk doet als clusters of provinciaal of landelijk bijna onvermijdelijk is. Hoe kunnen we dat voorkomen?) Maar ervoor waken dat we ad hoc zaken gaan doen "om er maar bij te zijn" en dan zaken onvoldoende overdacht en ingebed hebben.
Trendspotter: het zou geweldig zijn, maar het is nu wishful thinking. Dit hadden we gedacht destijds als taak voor het Kenniscentrum BSF, gevoed door de bibliotheken. Het komt onvoldoende uit de verf. Landelijk ligt hier ook een zware taak, het is nu of nooit. Want welke (niet-)gebruiker verwacht al deze zaken van de bibliotheek? De bibliotheek "als gids" op alle mogelijke gebieden? De boot is allang van de kade, en wij staan nog op de wal?
Ik denk dat wij als bibliothecarissen van goede wil zijn, helemaal na deze 23 dingen, maar we moeten niet onderschatten wat voor gedragsverandering dit met zich meebrengt. Het is heel ambitieus: heel veel moeten loslaten, oude gebaande paden verlaten, continu verandering, alles interactief, dynamische processen ingaan en het onverwachte accepteren en in meegaan. De gebruiker staat voorop (nu ook) maar de gebruiker creëert en verwacht zaken en durven we daarin mee te gaan en dat te integreren? Dat vergt niet alleen een verandering in gedrag en denken, maar ook een grondige scholing op divers gebied. We zullen formatie (mensen hiervoor aanwijzen) en voldoende middelen vrij moeten maken.

Uit de samenvatting:
“Het meest populair was de stelling “Ik gooi oude werkwijzen overboord als er betere zijn, ook al leken die oude werkwijzen ooit fantastisch”, gevolgd door (ex aequo) “Ik zorg dat ik op de hoogte blijf van de informatiecultuur van onze gebruikers en probeer die kennis te vertalen naar bibliotheekdiensten”, “Ik werk actief mee aan de vooruitgang van mijn bibliotheek” en “Ik geniet van de opwinding en het plezier van positieve verandering en straal dat uit naar collega’s en gebruikers”.
Ik denk dat het bovenstaande bij ons beslist nog geen gemeengoed is. Wel denk ik dat deze training ons wel in beweging heeft gezet, dus we zijn op de goede weg.

Verder denk ik dat we door als professionals veel te delen, veel (op het web) te lezen en te volgen, we met elkaar als bibliotheken Fryslan/Nederland zaken kunnen bereiken. Daarom moet op zulke netwerken ook ideeën ingebracht en gedeeld kunnen worden, geen praatjes voor de vaak, maar echt zaken die hout snijden. En leren van elkaar: als een aantal bibliotheken al dingen geimplementeerd heeft, kun je op basis van hun ervaringen volgen. Maar wel: in principe halen en brengen.